Reactie van Stichting Ons Geld op het WRR-rapport “Geld en Schuld”
De officiële reactie van Stichting Ons Geld op het WRR-rapport “Geld en Schuld: De publieke rol van banken”:
Met waardering hebben wij kennisgenomen van het rapport van de WRR over het geldsysteem.
Onze waardering betreft met name het volgende.
1. Het rapport roept op tot uitwerking van scenario’s en alternatieven voor de inrichting van het geldstelsel. Dit was een uitdrukkelijke wens van ons. Dit helpt om het geldstelsel beter te begrijpen en in te richten en is essentieel om beter te kunnen reageren bij een volgende crisis.
2. Het rapport biedt openingen voor ontwikkeling van een “veilige haven” (digitale kluis) waar rekeninghouders hun geld veilig kunnen bewaren. Daarmee zien wij het rapport als een steun voor de SP-initiatiefnota “100% veilig sparen en betalen” en voor invoering van een depositobank. In het bijzonder zijn wij ingenomen met de volgende passage uit het rapport:
“Belangrijker nog is het feit dat het huidige financieel systeem instabiel kan worden door het creëren van een veilige haven meer zegt over het huidige systeem dan over het alternatief als zodanig. Het is eerder een indicatie van de weeffouten in het huidige systeem. De Postbank en haar voorgangers hebben immers decennialang bestaan zonder dergelijke stabiliteitsproblemen te veroorzaken. Hoewel een bankrun in dit elektronische tijdperk sneller kan verlopen, is dat eerder een gradueel dan een fundamenteel verschil. Wij draaien de redenering om: het creëren van een veilig alternatief kan juist bijdragen aan een stabieler systeem. Het feit dat men een daadwerkelijk alternatief heeft, zal een disciplinerend effect hebben op de bestaande banken. Het zal banken dwingen zich verantwoorder te financieren, met meer eigen vermogen (kapitaal) en vreemd vermogen met een lange looptijd. De creatie van geld en schuld door commerciële banken wordt op die manier ook beter begrensd.” (p.237)
3. Het rapport neemt de verstrengeling van publiek-private belangen in het “monetair-financieel systeem” tot uitgangspunt. Daarmee sluit het aan op de probleemstelling die wij met burgerinitiatief Ons Geld in Den Haag aan de orde hebben gesteld.
Echter, en dat vinden wij niet goed aan het rapport, wijst het rapport in algemene zin in de verkeerde richting. Het wil de publieke taak van banken “verankeren” wat neerkomt op verdere verstrengeling van publiek en privaat in het “monetair-financieel systeem”. Dat is tegengesteld aan onze wens van ontvlechting van de publieke nutsfunctie (geld) en private business (kredietverlening).
Die ontvlechting wordt mogelijk als de overheid gaat zorgen voor een digitale variant van contant geld. Naarmate digitaal contant geld ingeburgerd raakt kunnen de huidige privileges van banken worden afgebouwd. In het digitale tijdperk is er geen reden meer om de verstrengeling van bank en overheid te bestendigen. We kunnen en moeten aansturen op geleidelijke en gecontroleerde afbouw van die verstrengeling. Hoe langer we daarmee wachten, hoe moeilijker dat wordt.
In die zin stelt het rapport ons dan ook teleur. Dat neemt niet weg dat wij het rapport als geheel positief waarderen. Het geeft voldoende aanknopingspunten voor een grondig maatschappelijk debat over het geldstelsel.
Ervaring opdoen
Gebrek aan ervaring wordt door het rapport opgevoerd als reden waarom een structurele geldhervorming thans niet wordt aanbevolen. Daar kunnen wij ons in vinden. Die ervaring moet nu echter wel worden opgedaan. Wij lezen dit rapport als een oproep daartoe. In Zweden is deze ontwikkeling met de “e-krona” al in gang gezet. Nederland moet nu het voortouw nemen om ook binnen de Eurozone een dergelijk proces op gang te brengen.
Zo kan de weg worden gevonden die bank en overheid uit hun verstrengeling haalt. Dat biedt bovendien nieuwe perspectieven voor adressering van de Europese schuldenproblematiek, zoals wij in het verleden reeds bij de Commissie Financiën onder aandacht hebben gebracht.